Conjugaison de roentgenise

Conjugaison du verbe roentgenise [v.]

infinitif
présent

-roentgenise

indicatif
présent

Iroentgenise

youroentgenise

heroentgenises

weroentgenise

youroentgenise

theyroentgenise

prétérit

Iroentgenised

youroentgenised

heroentgenised

weroentgenised

youroentgenised

theyroentgenised

futur

Iwillroentgenise

youwillroentgenise

hewillroentgenise

wewillroentgenise

youwillroentgenise

theywillroentgenise

passé composé

Ihaveroentgenised

youhaveroentgenised

hehasroentgenised

wehaveroentgenised

youhaveroentgenised

theyhaveroentgenised

participe
présent

-roentgenising

passé

-roentgenised

roentgenise

Abréviations

Parts of speech:

adj. adjective

n. noun

v. verb

Inflections:

sing. singular

plur. plural

pos. positive

comp. comparative (more)

super. superlative (the most)