Conjugaison de vormerkend

Formes de vormerkend [adj.]

Gemischte Deklination (mit die,das,der)
Maskulin - Singular

Nominativvormerkende

Akkusativvormerkenden

Dativvormerkenden

Genitivvormerkenden

Feminin - Singular

Nominativvormerkende

Akkusativvormerkende

Dativvormerkenden

Genitivvormerkenden

Neutrum - Singular

Nominativvormerkende

Akkusativvormerkende

Dativvormerkenden

Genitivvormerkenden

Plural

Nominativvormerkenden

Akkusativvormerkenden

Dativvormerkenden

Genitivvormerkenden

Schwache Deklination (mit 'ein')
Maskulin - Singular

Nominativvormerkender

Akkusativvormerkenden

Dativvormerkenden

Genitivvormerkenden

Feminin - Singular

Nominativvormerkende

Akkusativvormerkende

Dativvormerkenden

Genitivvormerkenden

Neutrum - Singular

Nominativvormerkendes

Akkusativvormerkendes

Dativvormerkenden

Genitivvormerkenden

Plural

Nominativvormerkenden

Akkusativvormerkenden

Dativvormerkenden

Genitivvormerkenden

Starke Deklination (ohne Artikel)
Maskulin - Singular

Nominativvormerkender

Akkusativvormerkenden

Dativvormerkendem

Genitivvormerkenden

Feminin - Singular

Nominativvormerkende

Akkusativvormerkende

Dativvormerkender

Genitivvormerkender

Neutrum - Singular

Nominativvormerkendes

Akkusativvormerkendes

Dativvormerkendem

Genitivvormerkenden

Plural

Nominativvormerkende

Akkusativvormerkende

Dativvormerkenden

Genitivvormerkender

Komparativ / Superlativ

(Pos.)vormerkend

(Komp.)vormerkender

(Super.)vormerkendst

vormerkend

Abréviations

Pos. Positif

Komp. Komparativ

Super. Superlativ