Conjugaison de eingeboren

Formes de eingeboren [adj.]

Gemischte Deklination (mit die,das,der)
Maskulin - Singular

Nominativeingeborene

Akkusativeingeborenen

Dativeingeborenen

Genitiveingeborenen

Feminin - Singular

Nominativeingeborene

Akkusativeingeborene

Dativeingeborenen

Genitiveingeborenen

Neutrum - Singular

Nominativeingeborene

Akkusativeingeborene

Dativeingeborenen

Genitiveingeborenen

Plural

Nominativeingeborenen

Akkusativeingeborenen

Dativeingeborenen

Genitiveingeborenen

Schwache Deklination (mit 'ein')
Maskulin - Singular

Nominativeingeborener

Akkusativeingeborenen

Dativeingeborenen

Genitiveingeborenen

Feminin - Singular

Nominativeingeborene

Akkusativeingeborene

Dativeingeborenen

Genitiveingeborenen

Neutrum - Singular

Nominativeingeborenes

Akkusativeingeborenes

Dativeingeborenen

Genitiveingeborenen

Plural

Nominativeingeborenen

Akkusativeingeborenen

Dativeingeborenen

Genitiveingeborenen

Starke Deklination (ohne Artikel)
Maskulin - Singular

Nominativeingeborener

Akkusativeingeborenen

Dativeingeborenem

Genitiveingeborenen

Feminin - Singular

Nominativeingeborene

Akkusativeingeborene

Dativeingeborener

Genitiveingeborener

Neutrum - Singular

Nominativeingeborenes

Akkusativeingeborenes

Dativeingeborenem

Genitiveingeborenen

Plural

Nominativeingeborene

Akkusativeingeborene

Dativeingeborenen

Genitiveingeborener

Komparativ / Superlativ

(Pos.)eingeboren

(Komp.)eingeborener

(Super.)eingeborenst

eingeboren

Abréviations

Pos. Positif

Komp. Komparativ

Super. Superlativ