Formes de akzentuierender [adj.]
Nominativakzentuierendere
Akkusativakzentuierenderen
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierendere
Akkusativakzentuierendere
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierendere
Akkusativakzentuierendere
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierenderen
Akkusativakzentuierenderen
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierenderer
Akkusativakzentuierenderen
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierendere
Akkusativakzentuierendere
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierenderes
Akkusativakzentuierenderes
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierenderen
Akkusativakzentuierenderen
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierenderer
Akkusativakzentuierenderen
Dativakzentuierenderem
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierendere
Akkusativakzentuierendere
Dativakzentuierenderer
Genitivakzentuierenderer
Nominativakzentuierenderes
Akkusativakzentuierenderes
Dativakzentuierenderem
Genitivakzentuierenderen
Nominativakzentuierendere
Akkusativakzentuierendere
Dativakzentuierenderen
Genitivakzentuierenderer
(Pos.)akzentuierender
(Komp.)akzentuierenderer
(Super.)akzentuierenderst
Mots se fléchissant sur le même modèle :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)